Maak nu de klik met digitaal boekhouden
Bel of mail ons gerust voor meer informatie en betaalbare prijzen.
Interviewer met dienst: Tom Blight
Tom: “Stein, waar gaan je groene vingers het meest van jeuken: van je groentetuin onderhouden of van het gras afrijden?”
Stein: “Van mijn moestuin, hè Tom, daar zie je ‘t leven pas groeien.”
Tom: “Je deelt regelmatig verse tomaten uit op kantoor. Ik heb ze geproefd en ik moet zeggen: goei marchandise.”
Stein: “Ah, maar die kerstomaten hebben een speciale betekenis. Wijlen mijn peter kweekte een soort die je in de winkel niet kon vinden. De zaadjes werden verdeeld in de familie, en ik teel ze nu nog altijd. Telkens ik ze proef, zit ik met mijn gedachten even bij hem.”
Tom: “Mooie herinnering. Van groenten over naar ongewenste beestjes. Verdelg je liever die in je tuin of de bugs in een computerprogramma?”
Stein: “De softwarebugs natuurlijk, I love them (lacht). Zonder hen had ik geen job, dus ik ben dolgelukkig als ik ze zie.”
Tom: “Over naar familie. Is er een schone jonkvrouw met wie jij je dagen (en nachten natuurlijk) doorbrengt?”
Stein: “Zeker, ik ben al 11 jaar gelukkig getrouwd. We hebben geen kinderen en dat was een bewuste keuze. Maar we zijn wel planouders; dat betekent dat we 2 kindjes in Afrika financieel ondersteunen zodat zij meer kansen krijgen in de maatschappij. Ik heb voor de rest geen grote familie en we zien elkaar niet zo vaak, maar we kunnen wel op elkaar rekenen als er iets is. En we wisselen legumen uit, natuurlijk, haha.”
Tom: “Deed jij ook geen vrijwilligerswerk?”
Stein: “Klopt, in de bibliotheek in Holsbeek, ik ben er digiwerker. Mensen – meestal ouderen – komen bij mij aankloppen met vragen over laptop of smartphone, struikelblokken op het internet, en zo van die dingen. Ik leer er fijn nieuw volk kennen, da’s tof.”
Tom: “Welk object is voor jou even onmisbaar als een softwarebug?”
Stein: “Mijn hoofdtelefoon op het werk. In de open office kan het er luid aan toegaan en dan zet ik dat ding op om me te kunnen concentreren. En privé: mijn bosmaaier. Wat had je nu gedacht (lacht)? Die wandelpaadjes in mijn tuin vrijmaken zonder hulp, da’s niet te doen.”
Tom: “Zeg, hoelang werk jij eigenlijk al bij Codabox?”
Stein: “Iets meer dan 5 jaar.”
Tom: “En voor welk deel van onze charmes viel je precies?”
Stein: “Eerlijk? Ik ben destijds van job veranderd omdat ik het pendelen naar mijn toenmalig werk in Brussel kotsbeu was, haha. Natuurlijk is dat niet de enige reden, hè. Samen met ontwikkelaars in 1 team werken: dat vind ik supertof. Dat was vroeger niet altijd zo, de testers zaten soms apart.”
Tom: “Hoe ziet je professionele voorgeschiedenis er eigenlijk uit?”
Stein: “Ik heb elektronica gestudeerd. Een van mijn eerste jobs – ruim 20 jaar geleden – was bij Siemens. Er waren verschillende vacatures en die van softwaretester vonden ze goed bij me passen. Ik ben er dus eerder toevallig ingerold, heb het vak geleerd, en vind het nogal altijd even boeiend. Natuurlijk is de job erg geëvolueerd, maar dat testen is echt mijn ding.”
Tom: “Wat doet een Software Test Engineer?”
Stein: “Mijn hoofdtaak is zorgen voor goede eindkwaliteit van de software. Ik krijg veel vrijheid en doe een deel zelf door veel rond te klikken. Maar die taak is in de minderheid. Ik maak ook scripts die dagelijks kunnen worden uitgevoerd, en als er iets wijzigt of verkeerd loopt, krijg ik daar bericht van.”
Tom: “Wat typeert je werkstijl, Stein? Drie dingen.”
Stein: “Gedrevenheid. (Nvdr: denkt na) Hm, nu is het moeilijk (fijn lachje). Nadenken om dingen anders te benaderen dan een ontwikkelaar. En als derde: alles goed onthouden.
Soms ben je een kwartier aan het rondklikken en plots zegt het systeem: error. Dan moet je nog weten wat je precies hebt gedaan om die situatie opnieuw te kunnen uitlokken. Maar ik heb een olifantengeheugen, haha.
Oh ja, en nog een vierde: waarschijnlijk zullen de collega’s zeggen dat ik soms ongeduldig ben.”
Tom: “Jij springt elke dag ongetwijfeld blijgemutst uit bed om aan een nieuwe Codabox-dag te beginnen. Waar haal je de meeste voldoening uit?”
Stein: “Het resultaat. Je geeft feedback, en na uren of dagen zie je de daadwerkelijke aanpassingen in de software. Als dat begint te werken, da’s mooi, hè. Zien hoeveel nieuwe configuraties er worden opgeladen in de software geeft een voldaan gevoel.”
Tom: “Met welk succesverhaal blaas jij me vlotjes van mijn marketingsokken?”
Stein: “Begin vorig jaar hebben we gesleuteld aan de fundamenten van MyCodabox. Dat heeft een tijdje geduurd, maar we zijn er een pak beter uitgekomen. De boekhouder heeft daar amper last van ondervonden.
En een tweede succesje: een paar jaar geleden begonnen we met de testautomatisatie. Veel overleg gepleegd in eigen team en met andere teams, daar verder op gebouwd, en nu draait die dagelijks; het grootste stuk van MyCodabox-functionaliteiten wordt automatisch getest.”
Tom: “Wauw. De cultuur bij Codabox, stoef daar eens wat over.”
Stein: “Een heel open sfeer, iedereen kent iedereen. We zitten samen op 1 verdieping en dat bevordert de fijne contacten. ’t Is er altijd een beetje thuiskomen (lacht).”
Tom: “En nog eentje voor we de snaveltjes toedoen: wat is het beste professionele advies dat je ooit kreeg?”
Stein: “Helemaal in het begin van mijn carrière zei iemand me: ‘Het is niet belangrijk wat je kent, maar wel wie je kent.’ Met andere woorden; een goed netwerk is onmisbaar. Ik communiceer nu nog altijd met mensen van lang geleden als ik vastloop op een probleem. Zij staan voor me klaar en omgekeerd van ’t zelfde. Dat vind ik echt waardevol.”
Tom: “Blijf nog maar lang bij ons, Stein, en bedankt voor dit ontwapenende gesprek.”